top of page

INTERVIEW | Sander De Roeck, Soulmade



Sander De Roeck staat vandaag met zijn medevennoot Marijn Goossens aan het roer van Soulmade. Hun avontuur begonnen ze bijna vijf jaar geleden als twee student-ondernemers. Intussen sleutelen ze met een zevenkoppig team aan hoogtechnologische oplossingen voor bedrijven als BASF, Nokia, Dupont en AB Inbev. Hun gereedschapskist? AR, VR en hologrammen! Wij schuiven graag aan voor een gesprek over lokaal ondernemerschap, de verschillende stadia van groei en welke meerwaarde AR en VR kunnen betekenen voor bedrijven.


Dag Sander. Laten we meteen met de deur in huis vallen: hoe is het avontuur van Soulmade begonnen?

Toen ik 16 à 17 jaar was wilde ik samen met een goede vriend, Marijn Goossens, een P2P gokplatform oprichten. Ons idee bestond eruit dat iedereen geld zou kunnen verwedden op alledaagse events die door de community werden gestemd. Zo zou ‘de gemiddelde dagtemperatuur in Ukkel’ aanleiding kunnen geven tot een weddenschap. Of ‘het aantal officiële ziekenhuisopnames over de tijdsspanne van een week’, om iets dichter bij de dagelijkse actualiteit te blijven. Nu ik er achteraf op terugkijk niet het meest realistische idee voor de opstart van een eigen bedrijfje. Alleen al de juridische struikelblokken zouden gemaakt hebben dat we vandaag nog niet uit de startblokken zouden geschoten zijn. (lacht) Maar goed, het zaadje om ooit een onderneming op te richten was dus wel geplant. Het enthousiasme bekoelde enigszins toen we beide gingen studeren - Marijn Televisie aan het RITS en ik Sociologie aan de UAntwerpen. Tot Marijn me een vijfenhalf jaar geleden na zijn studies weer contacteerde. Hij wilde de technologie die hij gebruikt had voor de productie van een VR film breder kunnen inzetten. Hun team bestond al uit enkele creatieve en technische profielen, maar ze zochten nog iemand voor het zakelijke luik. Heel lang heb ik niet moeten twijfelen.


Hoe vindt een generalist als jij binnen zo’n groep van creatieve en technische profielen zijn eigen plek?

In een klein team is het van belang dat je elkaars talenten verder aanvult. Heel veel overlap is er niet, waardoor je op elkaar moet durven vertrouwen. Maar naast deze complementariteit moet je natuurlijk ook op vlak van visie grotendeels op dezelfde lijn zitten. We gunnen elkaar een eigen domein van expertise zonder daardoor onverschillig te worden voor de ideeën van de ander. Zo fungeren we als kritisch klankbord voor elkaar. Marijn was aanvankelijk bijvoorbeeld niet gewonnen voor het idee om iets met hologrammen te gaan doen. Dit terwijl holografie tot net voor de coronapandemie een 35 procent van onze omzet uitmaakte. Dit illustreert het belang van compromissen sluiten ongeacht het bestaan van conflicterende ideeën.


"Tot hiertoe zijn we met Soulmade altijd organisch kunnen groeien. In de toekomst wille we hier bewuster mee gaan omspringen."

Vind je het lastig om als zaakvoerder voor de diepgaande technische aspecten van de technologieën en de razendsnelle evoluties die ermee gepaard gaan op anderen hun oordeel te moeten vertrouwen?

Neen, dat niet. Ik heb zelf ook nooit de ambitie gehad om de slimste van de klas te zijn. Ieder teamlid heeft zijn of haar expertise en daar maken we samen het beste van. In alle eerlijkheid geeft het me ook een gerust gevoel wanneer andere collega’s bij Soulmade beter op de hoogte zijn van bepaalde technische of zelfs zakelijke details. Het tegendeel zou zorgwekkender zijn.


Wat is jouw expertise dan?

(aarzelend) Goh, als ik dan toch iets zou moeten noemen zou dat het spotten van opportuniteiten zijn. Dat gaat dan over de zoektocht naar hoe de inzet van een bepaalde tool of technologie tot meerwaarde kan leiden voor een bedrijf. En af en toe durf ik ook al ’ns een correcte voorspelling voor de toekomst maken. In hindsight lijkt de evolutie van technologie vaak logisch. Maar als je bijvoorbeeld kijkt naar de ontwikkeling van VR is de weg die werd afgelegd helemaal niet zo vanzelfsprekend. Maar daar wil ik absoluut niet mee zeggen dat ik me visionair voel of zo. Dat mag er dus niet in. (lacht)


Wat betekent de groei van Soulmade voor de invulling van jouw job?

Tot hiertoe zijn we met Soulmade altijd organisch kunnen groeien. Dit wil zeggen dat het ene project na het andere volgde, zonder al te veel inspanningen op vlak van lead generation. Heel erg kieskeurig waren we dan ook niet bij het aannemen van projecten. In de stap die nu is aangebroken willen we hier bewuster mee gaan omspringen. Een bepaalde mate van professionalisering is nu eenmaal nodig om onze interne processen te stroomlijnen en toekomstige sales te kunnen verzekeren. Ook kijken we naar de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen. Een subscription model dat recurrente cash flow kan garanderen is binnen deze context een evidente optie. Zo worden we langzaam maar zeker minder afhankelijk van projectmatig werk en kunnen we onze tijdshorizon verder opschuiven in de toekomst.


Welke van de twee fases, ’organische groei’ of ‘professionalisering’, draagt jouw persoonlijke voorkeur weg?

We staan nog maar aan het begin van onze professionaliseringsfase, dus ik kan me er nog niet met 100% zekerheid over uitspreken. Maar doe dan toch maar de beginfase. Dan is alles meer rock & roll. Zo schuimden Marijn en ik in het begin van Soulmade ondermeer technologiebeurzen in Duitsland en China af. Ik herinner me een beurs in Duitsland met enige naam en faam. We hadden ons allebei een kostuum voor 50 euro aangeschaft om zeker niet door de mand te vallen op het event zelf. Maar dat maakte dan weer dat we best vreemd werden aangekeken in onze hostel. Dat zijn verhalen die je nu niet meer zo makkelijk meemaakt. Vandaag de dag moeten we er vooral voor zorgen dat onze klanten tevreden zijn en dat we nieuwe projecten binnenhalen.


Jullie mogen ronkende namen als BASF, Nokia, Dupont en AB Inbev tot jullie klantenportefeuille rekenen. Dit zijn namen die menig sales manager doen watertanden. Wat is jullie geheim?

We hebben inderdaad het geluk om voor enkele grote namen opdrachten te mogen uitvoeren. Maar nu moet je dit ook niet overschatten. Het is niet zo dat je bij al die bedrijven met de CEO aan tafel gaat zitten. In de meeste gevallen worden de afspraken voor onze contracten gesloten door mensen die hun job gewoon zo goed mogelijk willen doen.

Los daarvan bieden we een unieke oplossing aan die een echte meerwaarde voor onze klanten inhoudt. Zelf heb ik absoluut niets tegen agencies die video’s maken. Maar zo zijn er wel dertien in een dozijn. De studio’s die VR & AR toepassen zijn iets minder talrijk. Dit maakt dat we ietsje minder luid moeten roepen om gehoord te worden. De interesse is vaak meteen gewekt.

Zo ook in het geval van BASF. Samen met hen zijn we gaan kijken hoe we binnen een trainingstraject door de inzet van virtual reality de veiligheid op hun chemische plant konden verhogen. Uiteraard komt zo’n samenwerking niet van de ene dag op de andere tot stand. Het is echt een wisselwerking tussen onze eigen input en die van de klant. In dit specifieke geval gaven we een demo aan een aantal werknemers van BASF. Toevallig zat daar ook de verantwoordelijke van learning & development mee aan tafel. En hij zag meteen de meerwaarde van onze technologie voor zijn team. Zo is de bal eigenlijk aan het rollen gegaan.


Hebben jullie een eigen methodiek om tot goede, werkbare innovaties voor de klant te komen?

Niet echt. Maar hierin is mijn advies wel duidelijk: betrek je klant in een zeer vroeg stadium bij het innovatietraject dat je met hem aflegt. Werknemers van bedrijven hebben een veel beter beeld van hoe jouw product of dienst voor hen van nut kan zijn. Bovendien helpt het als de oplossing van hen komt om buy-in te creëren voor de verandering. Gesteld dat onze demo werd opgepikt door iemand van operations dan was het uiteindelijke resultaat misschien helemaal anders geweest.





In hoeverre is materialisme een drijfveer voor jouw ambities?

Tijdens denkoefeningen over opportuniteiten binnen een markt stel ik me vaak de vraag op welke manier er eventueel geld zou verdiend kunnen worden. Toch ligt materialisme hier niet aan de basis. Het gaat eerder om de nieuwsgierigheid denk ik. Om je een idee te geven: voor onze eerste wagen op de zaak was het verleidelijk om een leasingcontract af te sluiten voor een wagen uit een duurder segment. Omdat je de kost kan inbrengen en spreiden in de tijd zou dit nauwelijks een verschil hebben gemaakt tegenover een goedkoper exemplaar. Maar toch kozen we voor een gewone stadswagen. Meer dan dat hadden we simpelweg niet nodig. Een zekere soberheid is mij denk ik ook wel eigen. Als ik iets geleerd heb binnen mijn studies Sociologie is dat het heel eenvoudig is om te wennen aan luxe en comfort. Dit nadien weer afgeven daarentegen is aartsmoeilijk. Deze les neem ik mee in mijn persoonlijke financiën, maar ook met Soulmade zijn we voorzichtig op vlak uitgaven. Gewone rustige standvastigheid en voorzichtige groei is voor ons meer dan voldoende. Op dat vlak zijn we best conservatief.


Je bent na de schoolbanken meteen verdergegaan als ondernemer. Dat is niet zo conservatief. Ervaar je hierdoor een gebrek aan professionele ervaring?

Het klopt dat ik nog nooit ben moeten gaan solliciteren voor een job bij een werkgever. Maar het is niet zo dat mij activiteiten bij Soulmade zomaar uit de lucht zijn komen vallen. In 2014 richtte ik met twee collega-studenten, Sebastiaan en Yassin, studentenclub SINC op. Hierdoor heb ik op zeer korte tijd enorm veel bijgeleerd. Niet in het minst van de interessante mensen die ik dankzij mijn werk voor de club kon ontmoeten. Het doorlopen van dit proces heeft als een katalysator gewerkt voor mijn sprong richting het echte ondernemerschap. Via die weg heb ik dit eventuele gebrek aan professionele ervaring denk ik wel weten op te vangen.

Soms vragen anderen me wel om tips wanneer ze gaan solliciteren. Dan zeg ik altijd: zorg dat je een goed verhaal hebt. Iets waar je echt fier op bent en waar je gepassioneerd kan over vertellen.


Nu wil ik het statuut van ondernemer of zelfstandige ook niet te veel op een voetstuk plaatsen. Ik ben geen fan van de trend die je af en toe in de media ziet opduiken waarbij ondernemers haast worden verafgood. Ik probeer ook maar gewoon plezier te vinden in mijn job en dat lukt gelukkig aardig. Meer niet.


Net zoals Soulmade kan ook SINC buigen op een uitgesproken profiel. Vanaf de oprichting besloten jullie het radicaal anders aan te pakken. Wat maakte jullie uniek binnen het landschap van studentenverenigingen?

Ten eerste merkten we op dat minder en minder studenten interesse hadden in de klassieke studentenverenigingen. Dit terwijl overkoepelende verenigingen als Unifac, die studenten over verschillende faculteiten heen met elkaar wilden verbinden, wel stand hielden. Ten tweede was er tot onze verbazing geen organisatie voor en door studenten die ondernemerschap promootte. Inmiddels heeft ondernemerschap - terecht - aan populariteit gewonnen, maar toen wij startten was dit nog slechts een niche. De inmiddels overleden ererector Alain Verschoren heeft zich zelfs ooit laten ontvallen dat ondernemerschap aan de universiteit geen plek heeft. Later heeft hij die uitspraak wel genuanceerd door er aan toe te voegen dat de uitspraak betrekking had op ‘ondernemerschap uit puur winstbejag’. Dit om maar te schetsen dat het klimaat rond ondernemerschap erg van het huidige verschilde. Enfin, Dit waren de twee pijlers waarop SINC gebouwd werd. We besloten ook ver weg te blijven van studentikoze activiteiten als cantussen en TD’s. Die werden immers al aangeboden door de andere clubs. Ook hebben we ons altijd opengesteld voor universiteits- én hogeschoolstudenten. Zelfs wanneer we hierdoor niet zouden kunnen profiteren van financiële steun. Wat die financiering betreft heb ik trouwens nog een leuke anekdote. Sebastiaan, één van de drie oprichters, bedacht dat onze sponsorinkomsten afhankelijk waren van het aantal leden dat onze club telde. Daar waar de andere clubs lidgeld vroegen in ruil voor het lidmaatschap van hun club besloten wij het over een andere boeg te gooien. We schreven zoveel mogelijk studenten als lid in, omdat dit onze sponsorinkomsten naar een hoger niveau zou kunnen tillen. En welke activiteit is hiervoor beter geschikt dan het uitdelen van gratis Bicky Burgers? Het verlies aan inkomsten door lidgeld werd meer dan goed gemaakt door de gestegen sponsoring. (lacht)


Zelf heb je een achtergrond in de menswetenschappen. Een ook de gesprekken aan de keukentafel ’s avonds gingen niet meteen over financiële balansen en ingewikkelde juridische structuren. In hoeverre betekende het business jargon, dat vaak de indruk wekt een karikaturaal taaltje te zijn, een struikelblok?

(knikt instemmend) Ik begrijp de vraag en ik stoor me er af en toe ook wel aan. Zinvolle termen of concepten dreigen nogal snel tot barrière te verworden die gebruikt wordt door een elitair clubje. Op die manier wordt ondernemen iets exclusiefs, terwijl we net baat hebben bij zoveel mogelijk verschillende achtergronden en invalshoeken. Kijk, mijn principe is het volgende. Als bepaalde termen of concepten binnen de taal het overbrengen van een boodschap vereenvoudigen: fine! ‘Synergieën’ is bijvoorbeeld een erg nuttig concept waar bij mijn weten niet meteen een alternatief voor bestaat. Dit woord heeft in mijn ogen dus zeker bestaansrecht. Maar dan moet het wel in de juiste context gebruikt worden. Het overvloedig gebruik van holle, engelstalige begrippen om een gebrek aan inhoudelijke kennis te verhullen bestaat zeker. Al is dit naast spijtig vooral ook lachwekkend.


Bestaat er een link tussen het gebruik van dit soort terminologie en het type ondernemerscultuur dat men probeert te creëren?

Ja, dat denk ik wel. Soms lijkt het wel alsof men de ondernemerscultuur uit de Angelsaksische landen probeert te copypasten. En dan in het bijzonder de app- en platformmanie uit Silicon Valley. De realiteit is dat zo’n context haast niet te kopiëren valt. Ondernemen doe je immers binnen een heel ecosysteem met verschillende stakeholders. In minder risico-averse landen zoals Amerika lopen banken en durfkapitaalverstrekkers, toch twee belangrijke groepen van stakeholders, warm voor the next big thing. Hier is men op dat vlak van nature veel terughoudender. Vanuit het beleid inzetten op deze vorm van ondernemerschap lijkt me dan ook niet efficiënt. Het is als ouder hopen dat zoon- of dochterlief, die bij FC Bacwalde speelt, later het mooie weer zal maken als vedette van Real Madrid. De kans bestaat. Maar ze is klein. Heel erg klein. Komt daar nog ’ns bij dat, wanneer zo’n kleine start-up dan toch echt doorstoot, ze meestal richting het buitenland verhuizen. En daarmee verdwijnt dan meteen ook de investering die we als samenleving maakten. Nu zijn dat natuurlijk wel de verhalen die smakelijk weglezen in de media en waar politici graag hun wagonnetje aan aanhaken. Maar de Collibra’s en Showpads vormen toch nog altijd een minderheid binnen de Belgische ondernemerswereld. Ze voorstellen als representatief is dus statistisch onjuist.


Wat kenmerkt die typisch Belgische of Vlaamse ondernemerscultuur dan wel precies?

Goh, het is niet aan mij om te bepalen welke elementen onze ondernemerscultuur typeren. Dat zou nogal pretentieus zijn. Maar wat mij betreft zou onze KMO cultuur toch nog wat meer gecultiveerd mogen worden. België is een land van kleine en middelgrote ondernemingen. En daar mogen we best trots op zijn. Er is absoluut niets mis met een steengoed product of excellente dienstverlening old school in de markt te zetten. Als dit dan nog enigszins kan binnen een consistent en overkoepelend concept waar zorgvuldig over werd nagedacht: tant mieux! Alles begint bij de basis: een goed product of een goede dienst. Als dit snor zit dan volgt groei vanzelf. Er zal bijvoorbeeld altijd een markt zijn voor goede bakkers. Als je die generieke behoefte op een persoonlijke, unieke manier kan beantwoorden dan zit je volgens mij goed.


"Het is heel eenvoudig om te wennen aan luxe en comfort. Dit nadien weer afgeven daarentegen is aartsmoeilijk."

Hoe kan een overheid jongeren helpen met de opstart van hun onderneming?


Als starter is het relatief eenvoudig om aanspraak te maken op subsidies. Actief opzoek gaan naar interessante kanalen en aanvragen indienen via de juiste instanties is dan ook een quick win. Ik maak er bijvoorbeeld geen geheim van dat wij bij de start van Soulmade een innovatiesubsidie vanuit de Vlaamse Overheid hebben gekregen. Deze heeft ons in staat gesteld om te kunnen groeien. En ook het statuut van ‘student-ondernemer’ biedt een aantal niet oninteressante voordelen. Door de lage vaste kosten, bijvoorbeeld door de verminderde sociale bijdragen die gelden, hebben we onze eigen inbreng die we verzamelden op het ogenblik van onze oprichting en de beperkte opbrengsten die we langzaam begonnen te genereren allemaal kunnen herinvesteren in groei. Deze vorm van bootstrapping (het financieren van een onderneming met eigen middelen door privé uitgaven sterk te beperken, red.) zou veel moeilijker zijn wanneer we meteen als zelfstandigen in hoofdberoep gekwalificeerd zouden worden. Maar jezelf als student anderhalf jaar lang geen loon uitkeren en tot twee maal per dag cornflakes eten is - euhm - doenbaar. (lacht)



Subsidies en andere gunstmaatregelen voor startende ondernemers. Dit doet sterk denken aan het land van melk en honing?

Nu is een kritische kanttekening hier zeker op zijn plaats. Het is niet zo dat je zomaar een blanco cheque ontvangt. Quasi ieder subsidiekanaal vraagt zelf een eigen inbreng, zodat het risico over overheid en ondernemer verdeeld wordt. En ook in het geval van het statuut ‘student-ondernemer’ gelden er strikte voorwaarden. De zaken anders voorstellen dan ze werkelijk zijn kan je dus zuur opbreken. De overheid is op dit vlak onverbiddelijk streng. Zo ken ik er wel een aantal die de aan hen toegekende steun onder de vorm van verminderde sociale bijdragen hebben moeten terugbetalen omdat ze niet het vereiste aantal studiepunten hadden opgenomen. Maar bottomline is wel dat, wanneer je aan de voorwaarden voldoet, je op de nodige steun kan rekenen om uit de startblokken te schieten.


"Als je een generieke behoefte op een persoonlijke, unieke manier kan beantwoorden dan zit je volgens mij goed."

Eindigen doen we zoals altijd met een praktische tip voor jonge ondernemers. Welke goede raad zou jij mensen aan het begin van hun ondernemerscarrière graag nog willen meegeven?

Ik denk dat er doorheen ons gesprek heel wat bruikbare tips en tricks aan bod gekomen zijn. Maar mijn persoonlijk stokpaardje is toch vooral: gewoon doen! Hiermee wil ik het belang van voldoende desk research niet minimaliseren. Absoluut niet zelfs. Maar op een gegeven moment moet je durven springen. Wanneer je de dingen blijft overdenken kom je niet tot op het punt waar je je ideeën of assumpties kan testen aan de realiteit. Die test brengt nieuwe, tot dan toe onbekende informatie aan het licht waar je vervolgens weer verder mee aan de slag kan. Door te vertrouwen op je voortschrijdend inzicht krijg je inzicht in informatie waar je vanachter je bureau simpelweg niet op gebotst zou zijn. Hoe snel of traag je die challenge met de realiteit opzoekt ligt voor een stuk aan je persoonlijkheid. Dingen proberen forceren heeft geen zin, net zomin als roekeloos te werk gaan. Maar een ideaal tijdstip om te starten bestaat niet. Dus waarom niet vandaag? (lacht)


Bedankt voor het interview, Sander.


Interview: BAAS


______




0 opmerkingen

Comments


bottom of page