top of page

INTERVIEW | Ruben Baestaens, Are Agency & Simba


Ruben Baestaens houdt niet van stilzitten. En dat mag gerust een understatement genoemd worden. 26 jaar, werkzaam als zelfstandige, oprichter en eigenaar van twee bedrijven én docent Digitale Marketing aan Thomas More in Mechelen. Inderdaad, wij verslokken ons ook even in onze koffie. Gezien het feit dat hij inmiddels een volle kwarteeuw lentes op de teller heeft staan komt hij niet langer in aanmerking voor het statuut student-ondernemer. Wel startte hij destijds tijdens zijn studies Marketing aan de Karel De Grote Hogeschool zijn eerste bedrijfje Are Agency onder het gekende gunstregime waarmee de overheid ondernemerschap onder studenten wil aanmoedigen. Jong ondernemerschap in zijn meest pure vorm dus. Meer hadden we bij BAAS niet nodig om onszelf uit te nodigen voor een digitale babbel. Plaats van het gebeuren is ditmaal niet Zoom of Teams, wél Google Meet!


Ruben, welkom! Bedankt dat je je werk voor een uurtje aan de kant wil schuiven. Vier jobs en vierentwintig uur tijd in één dag. Vertel: wat doen wij verkeerd?


(verbaasd) Helemaal niets. Ik ben zelf ook maar van het ene avontuur in het andere gerold. Het is dus niet zo dat ik een soort van masterplan had of zo. Nog steeds niet trouwens. Mijn parcours is ook redelijk hobbelig gestart. Zoals zoveel jongeren wist ik na mijn middelbare studies absoluut niet of ik wel wilde verder studeren. Laat staan dat ik wist wat dat dan precies zou zijn. Uiteindelijk ben ik met een vriend aan Rechten begonnen. Voor hem was dat een evidente keuze, aangezien zijn vader advocaat was. Maar bij mij bleef er toch iets knagen. Het was me allemaal iets te theoretisch; te weinig dynamisch. Tot ik halverwege het tweede jaar de knoop definitief doorhakte en een voorlopig punt achter mijn studies zette.


Om vervolgens je rugzak en een one-way ticket richting Zuid-Oost Azië te nemen?


(lacht) Nee, toch niet. Ik begon te werken als personal trainer en startte niet veel later een website die gericht was op het delen van informatie rond fitness. Maar met twee à drie unieke bezoekers per week was dit niet meteen een onverdeeld succes. Tot ik me verdiepte in een aantal online cursussen in een poging het bezoekersaantal wat op te krikken. In no time bereikten we tot 15000 geïnteresseerden op maandbasis. De interesse voor mijn latere studie Marketing was daarmee ook meteen gewekt. Ik had de smaak te pakken en ging tijdens die studies aan de slag bij een Nederlands bedrijfje dat de trafiek richting de websites van hun klanten optimaliseerde. Toen ik ontdekte dat zij het tienvoud aanrekenden van wat ik zelf zou vragen was de rekening voor mij snel gemaakt. Dat was de start van Are Agency.


Vanwaar de behoefte om als startende ondernemer haast meteen na de opstart van Are Agency een tweede start-up, Simba, op te richten?


We waren destijds met Are Agency zelf op zoek naar een oplossing voor ons grafisch werk. Als marketing- en communicatiebureau heb je haast continu behoefte aan op maat gemaakte designs, maar hier iemand vast voor in dienst nemen betekent een enorme overhead kost die een aanzienlijk risico inhoudt. Vandaar dat we deze opdrachten wilden outsourcen via een soort van platform voor grafische ontwerpers. Alleen bestond een dergelijke dienst tot onze eigen verbazing niet. Vandaar dat we die dan maar zelf hebben opgericht. Zonder er bewust naar opzoek te gaan ontdekten we het spreekwoordelijke gat in de markt. Wanneer we ons idee pitchten kregen we ook telkens dezelfde enthousiaste reacties te horen. En ook nu nog zijn onze inspanningen op vlak van sales beperkt. Het cliché wil dat een goed product zichzelf verkoopt. In het geval van Simba stellen we vast dat dit inderdaad het geval is. (lacht)


Het cliché wil dat een goed product zichzelf verkoopt. In het geval van Simba stellen we vast dat dit inderdaad het geval is.

Stel dat het moet, welke van de twee doet jouw hart het snelste slaan: Are Agency of Simba?


(resoluut) Dan ga ik voor Simba. Gezien de veelheid aan agencies die vergelijkbare diensten als de onze aanbieden is de ruimte van de markt in onze gewichtsklasse beperkt. Dit wil zeggen dat onze omzet in realiteit geplafonneerd is. Deze bovengrens speelt bij Simba veel minder een rol. Het groeipotentieel is er simpelweg veel groter. In principe zijn we zelfs niet gebonden aan landsgrenzen. Maar concreet kiezen we er in Nederland nu toch voor om te vertrekken vanuit een lokaal aanspreekpunt, omdat we merken dat dit voor onze klanten belangrijk is. Eénmaal we daar onze weg gevonden hebben liggen de mogelijkheden voor een verdere internationale expansie open.


Verhullen deze ambitieuze plannen een exitstrategie voor Are Agency?


Neen, dat niet. Veel concullega’s in onze sector zijn inderdaad vanaf hun oprichting gericht op een verkoop. Zo niet bij Are Agency. Het groeipotentieel mag dan wel beperkt zijn, we zijn ervan overtuigd dat we ook door verticale groei, dit wil zeggen door het aanbieden van nieuwe diensten met meerwaarde voor onze klanten, onze plaats in de markt kunnen veiligstellen. Bovendien zijn Are Agency en Simba in zekere zin complementair aan elkaar. Een bundeling van de verschillende services is voor onze klanten ook interessant.


Jullie spelen met Are Agency in een erg concurrentiële markt. Op welke manier proberen jullie je toch te onderscheiden?


Vandaag de dag ben je niet langer uniek als je aan customer journey mapping doet of als agency een methodiek hebt ontwikkeld om touchpoints kritisch gaan evalueren. En dit bedoel ik allerminst negatief of neerbuigend. Het geeft gewoon aan dat de meeste best practices hun weg wel hebben gevonden in de richting van de klant. Maar daarmee vermindert ook het aantal vrijheidsgraden om je te onderscheiden van de concurrentie. Met Are Agency doen we dit in mijn ogen het meest met een jong en dynamisch team. Onze minst jonge collega is 36 jaar. Dit om je maar een idee te geven. Uiteraard heeft dit gevolgen voor de manier waarop we met onze klanten omgaan: vlot, informeel en toch professioneel.


Jullie vulden met Simba een gat op in de markt. Dit wil zeggen dat jullie het daar wél fundamenteel anders aanpakken dan de concurrentie?


Daar waar communicatiebureaus vandaag de dag voor 99% concurreren in een markt waar differentiatie de norm is proberen wij met Simba een margebusiness te creëren die gericht is op het bedienen van grote volumes. Dat is dus wel een game changer binnen de industrie. Gelet op de situatie op de arbeidsmarkt voor grafische ontwerpers hebben we als voordeel dat de job als erg leuk en aantrekkelijk wordt ervaren. Een schaarste aan profielen hoeven we voorlopig dus niet meteen te vrezen.


Het lijkt als vloeken in de kerk, maar vertonen Simba en Fiverr in die zin niet erg veel gelijkenissen?


Toch niet. Kijk, als je als bedrijf op zoek bent naar een oplossing voor je grafisch werk heb je grosso modo twee mogelijkheden. Of je neemt iemand vast in dienst, of je gaat met een freelancer in zee. Een derde optie zou eruit bestaan dat je beroep doet op bijvoorbeeld Fiverr. Maar op basis van onze eigen ervaring en de reacties van klanten kunnen we stellen dat dit niet echt een duurzame piste is wanneer je meerdere opdrachten wil laten uitvoeren. Vaak kom je telkens in contact met iemand anders aan de andere kant van de wereld aan wie je je briefing moet voorleggen. De precieze nuance van de opdracht correct toelichten, zodat deze persoon weet wat je van hem of haar verwacht vraagt vaak meer tijd dat de uitvoering zelf. Voor een gewone one-off kan dit geen kwaad, maar als je recurrente design opdrachten verwacht zoek je best een structurele oplossing voor je probleem. Met Simba combineren we het beste van twee werelden: de flexibiliteit van een freelancer met de betrouwbaarheid van een in-house designer. Voor onze klanten voelen we echt aan als een verlengstuk van hun eigen team.

We zien onszelf voor alle duidelijkheid niet als rechtstreekse concurrenten van de gevestigde design agencies. Zo doen we bijvoorbeeld niet aan storytelling; we verwachten van de klant een duidelijke briefing die onze designers dan technisch tot in de puntjes kunnen uitwerken.


Waarom hebben studenten een streepje voor op pakweg dertigers als het op het starten van een eigen zaak aankomt?


Stellen dat studenten een streepje voor zouden hebben lijkt me iets te kort door de bocht. De realiteit is toch iets genuanceerder. Er wordt gezegd dat de leeftijd van 35 jaar ideaal is om als ondernemer door te breken. Naast ervaring speelt het opgebouwde netwerk immers ook een grote rol. Rond de leeftijd van 35 jaar komen vrienden en kennissen binnen bedrijven op sleutelposities terecht waar ze het mandaat hebben om ook effectief beslissingen te nemen. Als je dan in het verleden al succesvol samenwerkte is een volgende deal niet zo ver weg. Nu zou ik wel niemand aanraden om zo lang te wachten. Wanneer je studeert, weinig verantwoordelijkheden en veel vrije tijd hebt, kan je meer risico nemen dan 10 à 15 jaar later. What’s the worst that can happen? Niet echt veel, toch? Bovendien gaat ondernemen samen met de ontwikkeling van een specifieke attitude. Uiteraard gaat het dan over de zin voor initiatief, maar ook zelfstandigheid en mentale veerkracht zijn essentieel om probleemoplossend te kunnen blijven denken. De combinatie van die laatste twee maakt dat je problemen, die vroeger haast onoverkomelijk leken, nu beter in perspectief kunt plaatsen. Hoe vroeger je je deze mindset eigen maakt, des te langer je er de vruchten van kan plukken. En of je nu na je studies verder als ondernemer aan de slag gaat, of toch besluit om als werknemer een carrière uit te bouwen, een entrepreneurial spirit komt je in beide gevallen van pas!


Welke raad of advies zou je de Ruben van vijf jaar geleden graag hebben meegegeven?


Laat je omringen door een mentor of door iemand die jouw traject al een keer aflegde. Hiermee bedoel ik niet dat je zijn of haar advies klakkeloos en zonder verpinken moet overnemen. Maar zulke mensen kunnen de nodige handvaten aanreiken of een kader scheppen waardoor je bepaalde fouten niet hoeft te maken. Akkoord dat iedereen zijn of haar eigen weg moet vinden en dat je ervaring opbouwt door fouten te maken, maar soms moet je jezelf de luxe van goede raad gunnen. Er blijven absoluut nog genoeg uitdagingen over. Om die te overwinnen ben je dus maar beter spaarzaam met schaarse tijd en energie.

Verder zou ik ook iedereen adviseren om te lezen. Of dit toch te doen wanneer je er een minimum plezier in vindt. Boeken, magazines, tijdschriften, … Het helpt om je perspectief op de dingen uit te breiden. Zelf probeer ik steeds simultaan twee à drie boeken te lezen, waarvan liefst twee non-fictie exemplaren. Momenteel val ik van de ene verbazing in de andere bij het lezen van Million Dollar Whale. Niet meteen bruikbaar in de dagdagelijkse realiteit, maar zoals gezegd geeft het je een bepaald soort bril om naar de dingen te kijken. Voor wie al smulde van de strapatsen van Jordan Belfort in The Wolf of Wall Street is dit boek zeker aangewezen leesvoer.

Een derde en laatste punt is delen. Net zoals het een gigantische meerwaarde kan betekenen om je te omringen met zinvolle informatie, kan je je eigen kennis en ervaring net zo goed doorgeven aan anderen. Je hoeft heus geen Steve Jobs te zijn om waardevolle inzichten te delen - al helpt het natuurlijk wel. (lacht) En als je het niet voor de ander doet, dan heb je er zelf vroeg of laat wel baat bij. Anderen helpen is ook een vorm van impliciete lead generation. Zo heb ik een groot deel van mijn huidig klantenbestand te danken aan wat ooit vrijblijvende babbels waren. Karma does come around! (grijnst)


Laat je omringen door een mentor of door iemand die jouw traject al een keer aflegde. Hiermee bedoel ik niet dat je zijn of haar advies klakkeloos en zonder verpinken moet overnemen. Maar zulke mensen kunnen de nodige handvaten aanreiken of een kader scheppen waardoor je bepaalde fouten niet hoeft te maken.

Tot slot: wat mogen we je toewensen voor de komende vijf jaar?


Grappig dat je dat vraagt. Vorige week nam ik een podcast op met Discours en daar werd me dezelfde vraag gesteld. Ik geef dus hier ook hetzelfde antwoord: ik durf die vraag niet te beantwoorden. Om de simpele reden dat ik in het verleden ook geen strak afgebakend parcours heb gevolgd. Toch heeft me dat tot op een punt gebracht waar ik op voorhand niet aan gedacht zou hebben, maar nu wel erg tevreden mee ben. Ik behoud dus graag de vrijheid om en cours de route opportuniteiten te spotten en kansen te grijpen. Zoals in het begin van ons gesprek gezegd: ik heb geen masterplan. Je weet nooit welke interessante wendingen er zich nog zullen aandienen. Vandaar dat ik me niet vastpin op een soort van einddoel. Go with the flow en met de juiste ingesteldheid kan de toekomst er dan niet anders dan rooskleurig uitzien.


In dat geval wensen we je graag de wind in de zeilen toe! Bedankt voor het gesprek.


© BAAS


________



0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page